(République Togolaise), republiek in WestAfrika, begrensd door Ghana, Opper-Volta, Benin en de Golf van Guinea, 56600 km2, 2,3 mln. inw. Hoofdstad: Lomé.
FYSISCHE GESTELDHEID
Reliëf en afwatering. Langs de kust liggen tal van lagunen. In het noordoosten wordt deze kustzone begrensd door een uit kwartsieten bestaand plateau, gemiddeld 100 m hoog, dat naar het noorden overgaat in een uit twee massieven bestaand bergland, met het hoogste deel in het Togomassief (Pic d’Agou, 1020 m). Het westen van Togo wordt ingenomen door de laagvlakte van de Oti, die tot het stroomgebied van de Volta behoort.
Klimaat. Togo heeft een equatoriaal klimaat. In Lomé bedraagt de jaarlijkse regenval 782 mm. De gemiddelde temperatuur in jan. is er 27,7 °C en in juli 25 °C.
BEVOLKING
In de kustzone wonen de F.we en de Mina, in het midden en noorden de Basari, de Dagomba en Konkomba, de Kabré, de Moba en de Nankana. Verspreid komen in het noorden ook Fulani en Hausa voor. Buiten Lomé zijn er geen grote steden in de republiek.
Taal. De officiële taal is het Frans, maar door de bevolkingsgroepen worden eigen talen gesproken. Godsdienst. Ca. 60 % van de bevolking is een animistisch geloof toegedaan. Ca. 25 % is christelijk en ca. 7,5 % islamitisch.
Communicatie. Het dagblad Togo-Presse, dat in het Frans en het Ewe verschijnt, is het officiële orgaan van de regering. Er verschijnen verder negen periodieken. Radiodiffusion du Togo (1953) is de staatsradio en verzorgt de uitzendingen in het Frans, Engels en de voornaamste andere talen. Télévision Togolaise heeft drie zenders en zendt uit sinds 1973.
ECONOMIE
Landbouw. De landbouw is het voornaamste bestaansmiddel, vooral in de zuidelijke provincies, en geeft een bestaan aan 80 % van de bevolking. De belangrijkste voedingsgewassen zijn yam, cassave, gierst en maïs. Tot de handelsgewassen behoren koffie, oliepalm, grondnoten, katoen en vooral cacao. Het resultaat van het landbouwontwikkelingsplan blijft bij de verwachtingen ten achter. Met buitenlandse hulp wordt het areaal van de oliepalm vergroot.
Veeteelt. Veeteelt is alleen in de noordelijke savannen en steppen mogelijk (varkens, geiten, schapen). De veeteeltproduktie kan de binnenlandse behoefte niet dekken.
Bosbouw. Het heuvelachtige binnenland heeft uitgestrekte bossen, met palmbomen en verfhout. Jaarlijks neemt de produktie toe.
Visserij. Van de gevangen vis wordt het meeste door de bevolking zelf geconsumeerd.
Mijnbouw. De fosfaatwinning is Togo’s voornaamste inkomstenbron. Het fosfaat wordt bij Akoupamé gewonnen door de Compagnie Togolaise des Mines du Bénin. Voor de cementindustrie is de voorraad kalksteen (200 mln. t) zeer aantrekkelijk. In 1970 is men begonnen met de produktie van marmer. Er wordt gezocht naar petroleum en uraan.
Industrie. De industrie is nog kleinschalig. De inheemse nijverheid omvat o.a. spinnen en weven van katoen, strovlechten, houtbewerking, het bakken van aardewerk, olieperserijen, koffiebranderijen en cassavemaalderijen. De importvervangende industrie omvat m.n. textiel, schoeisel, dranken en banden. In 1977 is een olieraffinaderij gestart. Naast een kunstmestfabriek en farmaceutische industrie is er een grote cementfabriek.
Handel. De uitvoer betreft m.n. cacao, katoen, kofT fie, palmpitten, palmolie, grondnoten, cassavemeel, kopra en fosfaat (45,6 % van de exportwaarde).
De import betreft vooral olieprodukten, katoenen stoffen, niet-elektrische apparaten en reserveonderdelen, motorvoertuigen, chemicaliën en farmaceutica.
Verkeer. Togo heeft drie spoorlijnen (totaal 440 km). Van de 7200 km weg is 1140 km geasfalteerd; van de binnenwegen is 4800 km alleen in het droge seizoen begaanbaar. Lomé is de belangrijkste havenstad van Togo, en bezit tevens de internationale luchthaven Tokoin.
STAATSINRICHTING
Bestuur. Togo is een presidentiële republiek, die sinds 1967 door het leger bestuurd wordt. De van mei 1963 daterende grondwet is in jan. 1967 afgeschaft. Een nieuwe grondwet kwam in 1969 gereed, maar is nooit van kracht geworden.
Rechtspraak. De criminele rechtspraak wordt beoefend door het cour d’appel, vier tribunaux correctionnels en acht tribunaux de simple police. Het Cour Suprème te Lomé bestaat uit vier kamers. Sinds 1970 is er ook het Cour de Securité d’État, dat misdaden tegen de nationale of internationale staatsveiligheid aan een oordeel onderwerpt.
Munt. Munteenheid is de CFA-frank. Op 15.3.1980 was de koers 100 CFA-frank = f0,95 = BF13. Onderwijs. Het verschil in ontwikkeling tussen Noord- en Zuid-Togo komt in het onderwijs duidelijk tot uiting; in Lomé gaat bijna elk kind naar school, in Mango slechts 18 % van de kinderen. Er geldt een leerplicht voor kinderen van 2-15 jaar.
Het onderricht door de missie neemt nog een belangrijke plaats in. Lomé bezit een universiteit. Defensie. De strijdkracht is 2500 personen sterk, waaronder een kleine luchtmachtafdeling. De paramilitaire eenheid is 1400 man sterk.
LITT. M.Piraux, Le Togo aujourd'hui (1977).
GESCHIEDENIS
Gedurende de 17e, 18e en 19e eeuw werd het huidige gebied van Togo afgestroopt door slavenhandelaren. Begin 19e eeuw ontwikkelde zich de handel tussen lokale bewoners en Europeanen in voornamelijk palmolie. In 1884 werd Togo door G.Nachtigal tot Duits gebied verklaard. Nadat de Duitsers veel verzet van de bewoners hadden overwonnen, werd Togo een modelkolonie. Na de Eerste Wereldoorlog werd het grotendeels Frans mandaat, in 1946 territorium onder trusteeship; het andere deel (Togoland) kwam bij de Engelse Goudkust (Ghana). In 1960 werd Togo onafhankelijk.
De eerste president, S.Olympio, werd in 1963 vermoord. Zijn politieke tegenstander en opvolger, N.Grunitzky, werd in 1967 door een militaire staatsgreep onder kolonel E.Eyadema afgezet. Eyadema werd president en stichtte in 1969 een eigen politieke partij, de Rassemblement du Peuple Togolais (RPT), als enige Togolese politieke partij. In 1972 werd Eyadema door een referendum in zijn ambt bevestigd. Tot 1974 voerde Eyadema een liberale, pro-Franse politiek waarbij het grootste gedeelte van de economie in Franse handen bleef. Daarna begon Eyadema een campagne voor economische onafhankelijkheid en eliminatie van de restanten van het kolonialisme, alle vreemde namen werden in inheemse veranderd.
In 1976 werd het politburo van de RPT het hoogste regeringslichaam. Togo onderhoudt nauwe banden met Zaïre en Nigeria. In 1976 verslechterde de verhouding met Benin. Togo is geen lid van de francofone Westafrikaanse Economische Gemeenschap, maar pleitte voor een breder opgezette gemeenschap. Deze trad in nov. 1976 in werking en omvatte toen 14 lidstaten. In 1977 verving Eyadema, nadat complotten tegen hem ontdekt waren, alle leden van de regering.
LITT. R.Cornevin, Histoire du Togo (1962); C. Feuillet, Le Togo en général (1976); A.J.Knoll, Togo under imperial Germany (1978).