naam van enkele Hettitische koningen. Vermoedelijk zijn er drie heersers met deze naam geweest, maar omdat in de meeste litteratuur nog over Toethalija I— IV wordt gesproken, wordt deze aanduiding aangehouden, met dien verstande dat Toethalija I moet worden geschrapt.
Doordat de Hettitische chronologie niet vaststaat, is het zeer moeilijk met enige zekerheid bepaalde historische teksten aan een bepaalde Toethalija toe te schrijven. Men tracht dit te doen op grond van verschillen in taalgebruik, schrijfwijze en schriftvorm tussen het Middelhettitisch (Toethalija II en III) en het Jonghettitisch (Toethalija IV). In het inzicht in de relatie tussen de Hettieten en andere volkeren in een bepaald tijdvak kunnen daardoor verschuivingen optreden.Toethalija II (vroeger als Toethalija I aangeduid), ca. 1460 v.C.—1440 v.C. Toethalija wist na een periode van moeilijkheden binnen het rijk, het Hettitische machtsgebied aanzienlijk uit te breiden. Uit zijn Annalen en uit die van zijn zoon Arnoewanda blijken zijn veroveringen in het noorden en westen van het rijk. Hij veroverde tevens de stad Aleppo, waarmee hij een vredesverdrag sloot, evenals met het belangrijke gebied Kizzuwatna.
Toethalija vaardigde belangrijke wetten uit. Door zijn huwelijk met Nikalmati onderging het Hettitische Rijk sterke Hoerritische culturele en godsdienstige invloeden. Toethalija III, ca.1400 v.C.—1380 v.C.; vader van Soeppiloelioema I.
Toen deze Toethalija opvolgde, verkeerde het land in een zeer slechte politieke situatie. Uit de berichten van Moersilis II blijkt dat de Gasga het land plunderden en dat Arzawa in opstand was.
Toethalija IV, ca. 1250 v.C.—1220 v.C. Toethalija was op politiek-diplomatiek terrein zeer actief, zoals blijkt uit zijn uitgebreide briefwisseling. Hij onderhield vriendschappelijke relaties met o.a. Assyrië, Karkemisj, Oegarit en Egypte. Tijdens zijnregering kondigde het einde van het Hettitische Rijk zich aan: Assuwa en de Gasga kwamen in opstand, Assyrië werd weer sterker, en ook de verhouding met Oegarit werd slechter. Op godsdienstig en cultureel gebied was Toethalija een van de belangrijkste koningen: de toestand van de tempels en hun inventaris werden genoteerd en er werden nieuwe gebouwen in Hattusa ontworpen en veel belangrijke, oudere teksten uit tempel- en paleisarchieven werden geordend en zonodig gekopieerd.
LITT. H.Otten, Die hethitischen historischen Quellen und die altorientalische Chronologie (1968); P.H.J.Houwink ten Cate, The records of the early hittite empire, 1450-1380 B.C. (z.j.).