(tipte, heeft getipt),
1. net raken: die japon tipt net op de grond; ze tipte aan de hete thee; (fig.) aan iets niet kunnen tippen , verreweg de mindere blijven;
2. op de tenen lopen;
3. de tippen verwijderen van: het haar tippen;
4. (beursterm) een advies bij aan- of verkoop; ook: de vermoedelijke winnaar opgeven (bij weddenschappen);
5. met korte, krachtige slag treffen: het balletje zo tippen dat het ver weg vliegt.