Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Tigris

betekenis & definitie

Rivier in Voor-Azië, lengte 1950 km, waarvan het stroomgebied voor het grootste deel ligt in Irak. De Tigris ontstaat uit twee bronrivieren, de Dicle Nehri en de Tigris Boehtan Soeyoe.

De belangrijkste zijrivieren zijn de Grote en Kleine Zab en de Diyala. De rivier wordt aan de westzijde begrensd door een laag moerassig landschap. De Tigris voert zijn water af deels door het Haikanaal naar de Eufraat, deels door de eigenlijke Tigris en verenigt zich bij Basra met de Eufraat tot de Sjatt al’Arab.

GESCHIEDENIS

De Tigris, volgens Gen. 2,14 een van de paradijsrivieren, vormde samen met de Eufraat de alluviale vlakte waarin de Mesopotamische cultuur zich ontwikkelde. In het 6e millennium v.C. ontstonden langs de Tigris nederzettingen: Samarra en Tell es-Sawwan. De vlakte van de Tigris en zijn beide zijrivieren, de Grote en de Kleine Zab, vormde het kernland van Assyrië, waarvan de hoofdsteden Assoer, Kalach en Ninive aan of vlakbij de rivier lagen. De Assyrische expansie naar het noorden was er o.a. op gericht de bovenloop van de rivier te controleren. In de historische periode speelde de Tigris in de waterhuishouding en cultuur een minder belangrijke rol dan de Eufraat.

Ten noorden van Koet was de Tigrisvallei in cultuur gebracht en ontstonden hoofdsteden als Ktesifoon, Seleukeia en Bagdad. In de oudheid vond de voornaamste waterverplaatsing plaats via de bij Koet in zuidelijke richting aftakkende Sjatt al-Garraf, die min of meer de oostelijke grens van het cultuurland vormde. Het in Sassanidische tijd gegraven Nahrawãnkanaal, parallel aan de middenloop van de Tigris, bevorderde de ontsluiting van het oostelijke gebied.

LITT. K.R. Veenhof, Mesopotamië (1974).

< >