Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Thüringen

betekenis & definitie

Duits landschap in de DDR, begrensd door Hessen in het westen, Beieren in het zuiden, de EIster in het oosten en de Bezirken Maagdenburg en Halle in het noorden, ca. 15600 km2, ca. 2,55 mln. inw. Thüringen is verdeeld in de Bezirken Erfurt, Suhl en Gera.

Het valt uiteen in vijf landschappen: de westelijke en noordwestelijke kalkhoogvlakten (bedekt met löss), de Goldene Aue en Kyffhâuser, het Thüringer bekken (sterk geïndustrialiseerd), de zuidelijke hoogvlakte (naaldwouden), en het sterk beboste Thüringer Woud. Thüringen is rijk aan mineralen (ijzer, koper, kobalt, bruinkool, bruinsteen, leisteen, zout). De industrie omvat textiel, ijzerwaren, glas, optiek, rubber, uurwerken, speelgoed. De belangrijkste centra zijn Erfurt, Weimar, Gotha, Jena, Mühlhausen, Suhl en Eisenach.

GESCHIEDENIS

Verschillende Germaanse stamverbanden, vooral vm. Hermunduri, formeerden ca.400 het rijk van de Thuringi, dat in 531 voornamelijk werd veroverd door de Franken, toen tevens gedeeltelijk werd bezet door de Saksen en in de 8e eeuw gekerstend werd. Na de Frankische tijd werd Thüringen versnipperd in verschillende territoria.

Dominerend werd het geslacht van de Ludovingen, dat tevens grote delen van Hessen en in 1130 de titel van landgraaf verwierf. De laatste Ludovinger was Hendrik Raspe (♱1247). In de tweede helft van de 13e eeuw nam de territoriale verbrokkeling sterk toe. Het Rijksland der Hohenstaufen (Oost-Thüringen) kwam aan de Wettiner, Reuss en de graven van Schwarzburg. Verder waren er zelfstandige geestelijke territoria, voornamelijk onder de bisdommen Mainz, Fulda (abdij) en Hersfeld, die in 1803 geseculariseerd werden. In de Weimarrepubliek (1918-33) was Thüringen formeel een vrijstaat.

LITT. H.Patze, Bibliographie zur thüring. Gesch. (2 dln. 1956—66).

< >