[Thomas van Aquino], o., de filosofisch theologische synthese zoals die door Thomas van Aquino werd ontwikkeld; in bredere zin: een stroming in de scholastiek die bij Thomas van Aquino aansluit. Een van de vroegste propagandisten van het thomisme was de Engelse dominicaan Thomas van Sutton (†na 1315).
Toch kende het ook aanhangers buiten de dominicanenorde, zoals Egidius van Rome.In de ontwikkeling van het thomisme kan men vier perioden onderscheiden.
1. Ca. 13e-15e eeuw: verdediging van het thomisme tegen concurrerende doctrines (scotisme, via moderna).
2. Eind 15e—eind 16e eeuw: de periode van de klassieke commentaren op Thomas van Aquino, o.a. van T. Cajetanus.
3. Na het Concilie van Trente: de jezuïeten legden de studie van het thomisme op aan hun leden, wat leidde tot een vernieuwing van het thomisme met F.Suarez; aan de theologische faculteiten zag men een verval van het schoolthomisme.
4. Sinds 1879: het neothomisme.
LITT. P.Wijser, Der Thomismus (1951); E.Gilson, Le thomisme (6e dr. 1965); M.Reding, Die Struktur des Thomismus (1974).