Christian, Duits rechtsgeleerde, filosoof en pedagoog, *1.1.1655 Leipzig, ♰23.9.1728 Halle. Thomasius heeft vooral betekenis gekregen door zijn succesvol streven de rechtswetenschap te seculariseren.
Als eerste was hij van mening dat de religieuze geboden in het geweten thuishoren en niet in de juridische ordening. In 1684 werd hij hoogleraar natuurrecht te Leipzig en als eerste gaf hij daar colleges in het Duits in plaats van in het Latijn. In 1688 richtte hij het eerste Duitse kritisch-wetenschappelijke maandblad op, dat veel opgang maakte. Thomasius was een van de belangrijkste baanbrekers van de Verlichting in Duitsland, ofschoon zijn mensbeschouwing weinig optimistisch was. Zijn rechtsfilosofie was geïnspireerd door Locke, terwijl zijn staatstheorie wijst op beïnvloeding door Hobbes (hij was voorstander van een staatskerk). Werken: Introductio ad philosophiam aulicam (1688), Einleitung zu der Vernunftlehre (1691), Ausübung zu der Vernunftlehre (1691), Einleitung zur Sittenlehre (1692), Von der Arznei wider die unvernünftige Liebe oder Ausübung der Sittenlehre (1696), Versuch vom Wesen des Geistes (1699), Introductio in philosophiam rationalem (1701), Fundamenta juris naturae et gentium (1705).
LITT. R.Lieberwirth, C.Thomasius (1955); W.Wiebking, Recht, Reich und Kirche in der Lehre des C.Thomasius (diss. 1973).
