vroegchristelijk geschrift met 114 ‘woorden’ (logia) van Jezus, waarvan sommige nauwe parallellen hebben in het NT. Van dit apocriefe evangelie zijn enkele Griekse fragmenten bewaard gebleven; de volledige tekst werd in Koptische vertaling aangetroffen in de bibliotheek van Nag Hammadi.
Het geschrift moet ca. 150 in Syrië (Edessa) zijn ontstaan. Hoewel het in gnostische zin uitgelegd kan worden en in de Koptische versie enigszins in die geest is bewerkt, moet de oorspronkelijke samensteller van dit evangelie in de kring van de enkratieten gezocht worden. Uitgaven: door A.Guillaumont, H.C.Puech, G.Quispel e.a. (1959; met o.a. Ned. vert); door J.Ménard (1975; met Fr. vert. en comm.).
LITT. E.Hennecke en W.Schneemelcher, Neutestamentl. Apokryphen, I (1959); R.Schippers, Het evangelie van Thomas (1960); W.C.van Unnik, Evangeliën aus dem Nilsand (1960); H.C.Puech, En quête de la gnose, II (1978).