v. (-ën), samenvattende ben. voor alle vormen van geneeskundige behandeling.
Een eerste indeling van de diverse therapieën is die in symptomatische (op de ziekteverschijnselen gerichte) en causale (op de oorzaak van de ziekte gerichte) therapieën. Curatieve therapieën zijn op de algemene genezing gericht, preventieve op de voorkoming van ziekten en aandoeningen; palliatieve therapieën zijn bedoeld om het lijden te verminderen, waar genezing niet meer mogelijk is. Weer een andere indeling is die in somatische therapieën (op verlichting van lichamelijk lijden gericht) en psychotherapie; combinaties van beide komen vaak voor. In de chirurgie onderscheidt men operatieve en conservatieve therapieën (conservatief is iedere niet-operatieve therapie). De chemotherapie maakt gebruik van synthetische geneesmiddelen; de fysiotherapie werkt met diverse soorten golven (radiotherapie: warmte-ultraviolet-, ultrageluidsgolven), baden, massage enz.; de dieettherapie beïnvloedt de stofwisselingsprocessen door een aangepast dieet.
