koning der OSTROGOTEN (474–526), *ca.455 Pannonië, †26.8.526 Ravenna; zoon en opvolger van koning Theodemir. Theodorik verbleef van 462–72 als gijzelaar aan het Byzantijnse hof, streed daarna in zijn vaders leger en won na zijn opvolging het vertrouwen van de Byzantijnse keizer Zenoon.
Deze verhief Theodorik tot consul (484) en droeg hem op Odoakar uit Italië te verdrijven (488). Een tussen Theodorik en Odoakar bereikt compromis hield in dat beiden over Italië zouden regeren, maar in 493 vermoordde Theodorik Odoakar. Hoewel Theodorik formeel onder oppergezag van de Byzantijnse keizer bleef, was hij in feite zelfstandig. Behalve Italië beheerste hij ook het noorden van de Balkan. Theodorik liet de Westromeinse instellingen in het algemeen intact. Toen zijn assimilatiepogingen mislukten en er een Romeinse samenzwering scheen te broeien, begon Theodorik een vervolgingspolitiek, die o.a. het leven van de filosoof Boëthius eiste.
De rond Theodorik ontstane sagen verdichtten zich o.a. in de figuur van Dietrich von Bern.LITT. W.Ensslin, Theodorik der Grosse (1959).