plantengeslacht uit de familie Labiatae, met ca. 100 soorten, meestal overblijvende, kruidachtige planten, in gematigd Eurazië. Bovenlip van de bloemkroon diep gespleten, onderlip 3-lobbig; geen haarring in de kroonbuis.
In de Benelux (in Nederland enige soorten geheel of vrijwel geheel verdwenen) komt een zestal soorten voor, b.v.: Teucrium scorodonia, valse salie, met lichtgroene bloempjes en 2-lippige kelk, op droge zandgrond, enT. montanum, berggamander, met bleekgele bloemen in hoofdjesachtige bloeiwijzen en gaafrandig blad op kalkheuvels.