(gaf terug, heeft teruggegeven),
1. aan de eigenaar weergegeven: een geleend boek teruggeven;
2.betalen wat geleend, voorgeschoten is: ik zal je de helft van de kosten teruggeven;
3. als antwoord geven: als hij mij een klap geeft, geef ik hem een klap terug;
4.aan klein geld weergeven wat te veel betaald is met groot geld.