Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Tepelhoorns

betekenis & definitie

m. (mv.), Naticidae, een familie van weekdieren, behorend tot de onderklasse kieuwslakken, met bolle of eivormige schelp en halfcirkelvormige mond.

Tepelhoorns bewonen ondiep water met een zachte bodem. Zij voeden zich vooral met tweekleppige weekdieren, die zij bemachtigen door een gaatje in de schelp te boren. Aan de Ned.-Belg. kust komen 2 soorten voor, waarvan de grootste, Euspira catena (vroeger Natica catena), een schelp van maximaal 4 cm lengte heeft. De familie is over vrijwel de hele wereld verspreid.

< >