m. (-s, -en), (fotografie) uitwisselbaar (negatief) lenzenstelsel, dat samen met het (standaard)objectief een teleobjectiefconstructie vormt.
Een teleconvertor wordt aangebracht tussen camera en (afgenomen) objectief, waarvan hierbij de lichtsterkte evenredig afneemt; bovendien dient toch reeds tot f 8 gediafragmeerd te worden om een behoorlijke scherpte te behouden. De brandpuntsverlenging bedraagt een factor 2—3.