John Orley, Allen, Amerikaans dichter en criticus, *19.11.1899 Clark County (Kentucky), ♱9. 2.1979 Nashville (Kentucky). Tate studeerde aan de Vanderbilt University en hoorde bij de groep waar ook Ransom en Warren deel van uitmaakten.
Hij redigeerde met hen het litteraire tijdschrift The Fugitive en werd een van de exponenten van de new criticism. Hij was later redacteur van de Hound and Horn, de Keneyon Review en de Sewanee Review, en doceerde letterkunde aan verschillende universiteiten. Tates poëzie is complex en erudiet en verwoordt zijn geloof in de westerse culturele traditie. Werken: poëzie: Swimmer and other selected poems (1971), Collected poems 1919— 76 (1977); roman: The fathers (1938); essays: Reactionary essays on poetry and ideas (1936), Reason in madness (1941), On the limits of poetry (1948), Essays of four decades (1959), Collected essays (1959) , Memoirs and opinions (1976). Uitgave: The literary correspondence of Donald Davidson and Allen Tate, door J.T.Fain en T.O.Young (1974).
LITT. J.C.Stewart, The burden of time: the fugitives and agrarians (1965); R.Squires, A.Tate and his work (1972).