autonome republiek binnen de RFSSR (USSR), aan de middenloop van de Wolga, 68000 km2, 3,2 mln. inw. Hoofdstad: Kazan.
Debevolking bestaat voor 50 % uit Tataren, voor 42 % uit Russen en verder uit Tsjoevasjen, Mordoviërs en Oedmoerten. Grote steden zijn Zeljonodolsk, Jelaboega, Boegoelma en Tjistopol. Landbouw en veeteelt worden uitgeoefend op de zwarte aarde. Het bebouwde areaal is 3,7 mln. ha. Er zijn 561 kolchozen en 222 sovchozen. Sinds 1945 vindt er een belangrijke petroleumwinning in de Tataarse ASSR plaats.
De industrie is hoogontwikkeld: machines, chemicaliën, scheepsbouw, houtwaren, leder en textiel. De Kamafabriek bij Naberedzjnje Tsjelny is berekend op een jaarlijkse vervoermiddelenproduktie van 400000 exemplaren. De ASSR heeft 11 instellingen voor hoger onderwijs, waaronder een universiteit; een afdeling van de Russische Academie van Wetenschappen, 1600 bibliotheken en 9 theaters.