Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Tapuit

betekenis & definitie

m. (-en), Oenanthe, vogelgeslacht uit de familie lijsters, met 18 soorten vertegenwoordigd in Eurazië en Afrika.

De tapuit is een rechtopstaande zangvogel met een slanke puntige snavel, vrij groot oog en vrij lange poten; de staart is recht afgesneden. Mannetje en vrouwtje vertonen een opvallende witte snuit en staartzijden, die contrasteren met de zwarte middenen eindstaart. Tapuiten zijn in het algemeen rotsen woestijnbewoners, die voornamelijk in holen broeden. Insekteneters. In Nederland en België broedt alleen de soort Oenanthe oenanthe (gewone tapuit). De tapuit broedt in geheel Europa, Azië (behalve in het zuiden) en Noordwesten Noordoost-Amerika, ook op Groenland; hij overwintert in Afrika. In Nederland en België komt de soort van eind maart tot eind oktober voor.

LITT. H. Menzel, E.N. Panow, Die Steinschmätzer (1974).

< >