v./m. (-s), Hemitragus jemlahicus, Aziatische wilde geit.
De tahr bewoont de zuidzijde van de centrale ketens van de Himalaja. Deze soort heeft korte hoorns en een dichte pels met opvallend lang haar op het voorste deel van het lichaam; de kop is kort behaard en heeft geen sik, de schouderhoogte bedraagt ca. 1 m. Verwante soorten komen voor in Zuid-India en Arabië. Tahrs worden vaak in bergbossen aangetroffen, in tegenstelling tot het kale terrein dat de overige geiten prefereren.
