v./m. (-ken), staande klok voor op de tafel of schoorsteenmantel.
De eerste tafelklokken, rond van model met de wijzerplaat bovenop, dateren uit de 16e eeuw. De grote bloeiperiode van de tafelklok ligt in de 18e en 19e eeuw, waarbij in Frankrijk en Engeland grote aantallen van deze uurwerken zijn vervaardigd. De Engelse tafelklok werd in de 18e eeuw zo populair, dat in geheel Europa klokken naar dit model werden en worden vervaardigd.