[Gr. taktika, krijgsbeleid], v.,
1. leer van de gevechtsvoering en de toepassing daarvan;
2. (sport) manier van optreden die leidt tot de overwinning: de tactiek en de techniek van het voetbalspel;
3. aangepaste wijze van doen om een bepaald doel te bereiken: dat is niet de juiste tactiek.
Er bestaan verscheidene tactische grondbeginselen voor zowel afzonderlijke als gecombineerde operaties van zee-, landen luchtstrijdkrachten.
Bij de maritieme tactiek ging het eeuwen achtereen om de wijze van manoeuvreren met oorlogsschepen (formatie, Marine). De tactische principes hebben bijna vierhonderd jaar lang stand gehouden. Zo werd de kiellinie nog toegepast tijdens de Slag in de Javazee. In de moderne maritieme tactiek ligt het accent vooral op gezamenlijke operaties van oppervlakteschepen (kruisers, jagers, fregatten enz.), onderzeeboten en vliegtuigen van de marineluchtvaartdienst (zoals maritieme hefschroefvliegtuigen en lange-afstand-patrouillevliegtuigen).
Bij de landmacht doet zich een andere situatie voor: men maakt in het algemeen onderscheid tussen tactische eenheden, eenheden van de artillerie, cavalerie, genie en infanterie, die het eigenlijke gevecht voeren; en verzorgende eenheden, van o.a. de aan-en afvoertroepen, intendance, technische dienst en verbindingstroepen, die tot taak hebben steun te verlenen aan de acties van de tactische eenheden. Er is in de loop der jaren een groot aantal tactische richtlijnen ontwikkeld voor de inzet van beide categorieën eenheden in het kader van operaties van zeer uiteenlopende aard (aanval, verdediging, vertragend gevecht, opmars, beveiliging, verkenning enz.). Enkele factoren, die in dit opzicht hun invloed doen gelden, zijn de meteorologische omstandigheden, de gesteldheid van het gevechtsterrein en de toestand van de eigen en de vijandelijke eenheden.
Daarnaast wordt bij de landmacht ook nog wel onderscheid gemaakt tussen de elementaire tactiek (die van de afzonderlijke wapens en dienstvakken) en de tactiek van de verbonden wapens (d.w.z. de tactiek van gecombineerde operaties van eenheden van twee of meer wapens of dienstvakken).
Bij de luchtmacht werd er op het gebied van de tactiek in eerste aanleg vrijwel uitsluitend aandacht besteed aan allerlei aspecten van het luchtgevecht. In een later stadium kwam hierin verandering door zowel de inzet van vliegtuigen tegen gronddoelen en het verlenen van luchtsteun aan operaties van grondstrijdkrachten, als de uitbreiding van het materieel met o.a. bommenwerpers, jagerbommenwerpers, hefschroefvliegtuigen en geleide wapens. De militaire tactiek is de laatste decennia aanzienlijk minder geëvolueerd dan de militaire strategie. Dit komt voornamelijk doordat de enorme ontwikkeling van de wapentechnologie veel meer militair-strategische dan militair-tactische consequenties heeft. Toch zijn de meeste ontwikkelingen, die zich sinds het begin van de jaren zestig op het gebied van de militaire tactiek hebben voorgedaan, in menig opzicht door de wapentechnologie beïnvloed. Zo hangt de - vrij geleidelijk verlopende - overgang van operaties met massale troepenformaties naar de inzet van relatief kleine, mobiele eenheden (de vervanging van ‘bewapende mannen’ door ‘bemande wapens’) ten nauwste samen met de toenemende vernietigingskracht en de steeds groter wordende trefzekerheid van in de eerste plaats de nucleaire, maar ook verscheidene typen conventionele wapens.
Een andere belangrijke ontwikkeling op militair-tactisch terrein is de gestaag verdergaande integratie van de operaties, die zich zowel binnen marine, landen luchtmacht als tussen deze krijgsmachtdelen onderling voltrekt. Sommige militaire experts voorspellen, dat deze ontwikkeling op den duur zal leiden tot de verdwijning van de afzonderlijke wapens en dienstvakken.