Publius Cornelius, Romeins geschiedschrijver, *ca.50, + na 116. Tacitus geeft in zijn Annales een indrukwekkende schildering van de politieke lotgevallen van het Romeinse Rijk en van de zich daarin weerspiegelende zeden der regerende klasse, waarbij hij de rol van de grote persoonlijkheid als de stuwende kracht in de geschiedenis beschouwde.
Hij werd niet alleen geleid door zijn afkeer van de monarchie, maar vooral door zijn pessimistische opvatting van de menselijke natuur. Tacitus’ stijl is onovertrefbaar kernachtig. In de middeleeuwen nam men bijna geen kennis meer van Tacitus’ geschriften. Pas in de renaissance verdiepte men zich weer in zijn werk. Tacitus beïnvloedde o.a. Machiavelli, Guicciardini, Boccalini, Montaigne en Voltaire.
De klassieke Franse dramatici ontleenden aan hem de stof voor hun werken: Corneille, Othon (1665), Racine, Britannicus (1669). Door zijn beschrijving van Duitslands oudste geschiedenis in de Germania en de Annales was Tacitus’ invloed ten tijde van het humanisme in Duitsland zeer groot. Naar het model van Tacitus’ Historiae schreef P. C.Hooft zijn Ned. historiën (1642). Werken: Dialogos de oratoribas (een verhandeling in gespreksvorm over de oorzaken van het verval der welsprekendheid, uitg. door A.Michel, 1962), De vita et moribus Gn. Iulii Agricolae (levensbeschrijving van zijn schoonvader, Gnaeus Julius Agricola, tevens een historisch-geografische bespreking van Brittannia, het terrein van diens werkzaamheid, uitg. door H.Furneaux, J.G.C.Andresen en F.Haverfield, 1953), Germania of De origine, situ, moribus ac populis Germanorum (beschrijving van het land en het volk der Germanen, uitg. door E.Wolff en G.
Andresen, 1914-26), Historiae (de periode van Galba tot de dood van Domitianus; slechts boek IV en het begin van V, de jaren 69 en 70, zijn bewaard; uitg. door H.Furneaux, H.F.Pelham en C.D.Fisher, 1965), Ab excessu Divi Augusti libri XVI, vooral bekend onder de naam Annales (van de dood van Augustus tot die van Nero; ruim de helft bewaard). Uitgaven: Publii Cornelii Taciti libri qui supersunt door E.Koestermann (3 dln. 1965-70); Ned. vert. door J.W.Meyer (1955-61).
LITT. B.Walker, The Annals of Tacitus (1952); R. Syme, Tacitus (2 dln., 1958); R.Haussier, Tacitus und das historische Bewusstsein (1965); D.R.Dudley, The world of Tacitus (1968); R.Syme, Ten studies in Tacitus (1970); K.C.Schellhase, Tacitus in renaissance polit. thought (1976).