[Gr. tachys, snel; kardia, hart], v., (ook: hartjagen), hartslag, frequentie van meer dan 100 per minuut; tegenhanger: bradycardie.
Tachycardie komt bij volkomen gezonde mensen voor door inspanning of emoties; verder bij koortsende ziekten, verhoogde stofwisseling, shock en hartziekten, tn.n. bij decompensatie van het hart. Treedt tachycardie in aanvallen op, dan spreekt men van paroxysmale tachycardie (hartaandoening).