theorie die ervan uitgaat dat de geest van het individu bij de geboorte een onbeschreven blad, dus vrij van iedere (erfelijke) indruk is. De theorie is typerend voor het 18e-eeuwse empirisme en sensualisme: alle kennis gaat terug op zintuiglijke ervaring; er bestaan geen aangeboren begrippen.
De tabula rasa-theorie was derhalve een pleidooi voor de opvoeding van het kind en heeft als zodanig een grote invloed gehad op de opvoedingsideeën in Engeland en Amerika. Zij is herkenbaar in moderne stromingen als positivisme en behaviorisme en in een leerproces als operante conditionering.