Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Taalspel

betekenis & definitie

o. (-en), het hanteren van taal in de meest uiteenlopende culturele en sociale vormen in de

menselijke omgang (term afkomstig van L.Wittgenstein).

Er zijn oneindig veel taalspelen: een wetenschap beoefenen, vergaderen, toneelspelen, vertalen, een verhaal vertellen, vragen stellen, bidden, vloeken enz. Maar in elke situatie zijn weer andere regels en worden andere criteria aangehouden. Het meest algemene uitgangspunt is dat een taalspel een geheel van regels en ordeningsprincipes is dat in een bepaalde situatie, b.v. een vergadering, de communicatie mogelijk maakt en elementaire uitspraken oplevert. Dan heeft elk taalspel de volgende elementen:

1. een vocabularium: dat zijn de woorden van het spel;
2. de regels, nodig om tot zinvolle uitspraken te komen;
3. de criteria die nodig zijn om vast te stellen welke uitspraken waar zijn en welke niet, of (in een ander taalspel) welke uitspraken effectief zijn en welke niet.

Deze regels en criteria zijn binnen dit taalspel zuiver conventioneel. B.v.: in de rekenkunde wordt het vocabularium gevormd door de reeks van getallen en operatietekens (+, -, x, :, enz.). Vervolgens stelt men regels vast om zinvolle uitspraken vast te stellen. ‘3 + 2 = 5’ en ‘2 + 2 = 1l’ zijn beide zinvolle uitspraken; de laatste is in het tientallig stelsel wel onwaar, maar niet zinloos. Zinloos is b.v. ‘= 2 + § 1l’. Vervolgens komen dan de criteria om vast te stellen welke uitspraken waar zijn en welke niet. Op grond hiervan stelt men vast, dat in het tientallig stelsel ‘3 + 2 = 5’ waar is en ‘2 + 2 = 1l’ onwaar.

Nadat dit alles bij stilzwijgende of nadrukkelijke afspraak geregeld is, begint het spel. Want in wetenschappelijke taalspelen komt het er op aan een optimale ordening van de elementaire uitspraken te krijgen, d.w.z. om een maximum aan elementaire uitspraken te ordenen met behulp van een minimum aan ordeningsprincipes en aan deductie-en inductieregels. Dit kan trouwens ook geschieden in niet-wetenschappelijke taalspelen, alleen gaat het daar niet altijd om ordening van ware uitspraken, maar om b.v. effectieve uitspraken. Criteria voor waarheid, zinvolheid enz. gelden alleen binnen één taalspel.

Er zijn ook taalspelen die de criteria en regels van andere taalspelen kritisch bestuderen. Dit zijn zgn. meta-talen, die over een andere taal spreken (paradox). Wat dus in het ene taalspel bij conventie als waar wordt aangenomen, kan in het andere taalspel worden bewezen. Deze opvatting van de taalspelen biedt een vruchtbaar model om de verschillende menselijke activiteiten te bestuderen, Dit model is nl. ruim genoeg om op alle wetenschappelijke en op vele-niet-wetenschappelijke activiteiten van toepassing te zijn. wetenschapstheorie, [prof. dr.H. G.Hubbeling]

LITT. L.Wittgenstein, Filosofische onderzoekingen (1976).

< >