Chinese provincie ten oosten van Tibet, 569000 km2, 72 mln. inw. Hoofdstad: Tsjengtoe.
Het westelijk deel van de provincie behoort tot het Tibetaanse plateau, is zeer hoog (tot 6000 m) en spaarzaam bevolkt. Het oostelijk deel wordt voor een belangrijk deel ingenomen door het Rode Bekken. Het is omringd door een middelgebergte. Dit bekken (100000 km2) ligt op 300-600 m boven zeeniveau en heeft een subtropisch klimaat en een vruchtbare bodem, die 2-3 oogsten per jaar mogelijk maken. Dit verklaart de grote agrarische bevolkingsdichtheid van 600 inw./km2. Het aantal landbouwprodukten dat deze provincie voortbrengt is zeer groot: rijst, maïs, aardappels, gierst, zoete aardappelen, zijde, thee, tabak, toengolie, bonen, grondnoten, katoen, kruiden, bamboe.
Ook de mijnbouw is van betekenis: de steenkoolvoorraden worden op 3,83 mrd. t geschat, verder bevat de bodem aardolie en aardgas, ijzer, tin, zilver, koper, zink en zout. De industrie is in snelle ontwikkeling. Er is veel levensmiddelenindustrie, verder staalgieterijen, scheepsbouw, papier-, glas-, lederindustrie en chemische nijverheid. De ontwikkeling van betere verbindingen heeft tot de opbloei van de industrie bijgedragen. De Birmastraatweg dateert al uit de jaren dertig en diende vooral een strategisch belang. Nieuw zijn de Tibetstraatweg en de spoorlijn van Tsjengtoe naar Paoki.
Meer wegen en spoorwegen zijn in aanleg. In de Jang-tse-tjiang en in de zijrivieren daarvan is een aantal stuwdammen geprojecteerd. Enkele dammen zijn reeds voltooid. Het doel van deze stuwdammen is elektriciteitswinning en het voorkomen van overstromingen in de benedenloop van de Jang-tse-tjiang.
