Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

sur'fen

betekenis & definitie

[<Eng.: surfing, rijden op een golf] (surfde, heeft gesurfd), zich voortbewegen op een plank op een golf.

(e) Het surfen wordt bij voorkeur gedaan in de branding voor de kust, maar ook in stilstaand water waarin op kunstmatige wijze golven worden gemaakt. De branding voor de Ned. en Belg. kust is minder geschikt voor de surfsport. De surfer poogt op zijn surfplank (lengte gemiddeld 2,50 meter) op de kop van een golf te komen, en zich daarna op de golf voort te laten dragen. Het is de kunst zo lang mogelijk de goede positie op de golf te bewaren. De stand op de plank is zijwaarts gespreid. Het voorste been wordt gebruikt om het evenwicht te regelen.

Met het achterste been wordt gestuurd. Het surfen vereist grote behendigheid, kracht en evenwichtsgevoel en, met name bij hoge branding (voor de kust van Hawaii), durf. Het surfen, georganiseerd in de International Surf Fédération, kent nationale, Europese en Wereldkampioenschappen. Uit het surfen heeft zich het windsurfen ontwikkeld, waarbij op de plank een mast met een of meer zeilen is aangebracht en de windkracht voor de voortstuwing wordt gebruikt.

< >