Jules, Frans dichter en schrijver, *16. 1.1884 Montevideo (Uruguay), ♱ 17.5.1960 Parijs. Supervielle studeerde rechten en staatswetenschappen.
Hij leefde afwisselend in Frankrijk en Zuid-Amerika. Supervielle schreef lyrische gedichten en magisch-poëtische romans en sprookjesspelen. De ruimte van de pampa en de zee is een steeds weerkerend thema in zijn werk. Hij distantieerde zich van het surrealisme, ondanks verwantschap met het werk van P.Éluard. Werken: poëzie: Comme des voiliers (1910), Débarcadères (1922), Gravitations (1925), La fable du monde (1938), Poèmes de la France malheureuse (1941), Oublieuse mémoire (1949), L'escalier (1956), Le corps tragique (1959); proza: L’homme de la pampa (1923),Le voleur d’enfants (1926), L’enfant de la haute mer (1930), L’arche de Noé (1938); toneel: La belle au bois (1932), Bolivar (1936), Robinson (1948), Shéhérazade (1949), Boire d la source (1933; memoires). LiTT. R.Étiemble, Supervielle (1960); C.Roy, J. Supervielle (1964).