[<Lat.], o. (-straten),
1. onderlaag; (biologie) voedingsbodem; (fotografie) zeer dun laagje geharde gelatine tussen de lichtgevoelige emulsie en de onderlaag;
2. onderlaag; (fig.) etnologische onderlaag van een bepaald gebied: het Keltische — in West-Europa;
3. term voor bepaalde kenmerken van een taal die blijven voortleven, ondanks het feit dat de leden van de taalgemeenschap deze taal niet meer spreken en haar voor een andere hebben verruild (e).
(e) In ruimere zin wordt de term substraat wel gebruikt voor de taal die oorspronkelijk gesproken werd in het gebied waar men thans een andere taal is gaan gebruiken. Verovering en bezetting door een vreemde macht kunnen b.v. voor de overheersten aanleiding zijn om min of meer geleidelijk hun eigen taal op te geven en de taal van de overheerser over te nemen. Deze laatste noemt men het superstraat. →adstraat.