v., stelselmatige bevordering van welvaart en welzijn in een regio.
(e) Het begrip regio dekt hier naar gesteldheid en omvang verschillende territoriale eenheden, afhankelijk van het beleidskader waarin de streekontwikkeling functioneert en van de nagestreefde doeleinden (provinciaal, nationaal, internationaal, wereldomvattend); de eenheden kunnen natuurlijke (geografische) maar ook kunstmatige (bestuurlijke of administratieve) zijn. Streekontwikkeling is erop gericht om economische, planologische en sociaal-culturele factoren in onderlinge samenhang tot hun recht te laten komen. De gedachtenvorming omtrent streekontwikkeling is praktisch en theoretisch gestimuleerd door de werkzaamheid der gespecialiseerde organen van de VN in de ontwikkelingslanden. Ook op Europees niveau bestaat toenemende aandacht voor streekontwikkeling. LITT. S.Groenman, Sociale opbouw op territoriale grondslag (1957); J.A.A.van Doorn, De Ned. ontwikkelingsgebieden (1960); De taak van de overheid in de regionale ontwikkeling, publ. no. 3 Inst. v. Bestuurswetenschappen (1960); J.A. Ponsioen (red.), Social welfare policy (1962-63).