Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

stelIen

betekenis & definitie

(stelde, heeft gesteld),

1. plaatsen, zetten; aanbrengen, opslaan; in min of meer vaste verb.: iets naast iets anders het ermee vergelijken; iets tegen(over) iets anders —, ter uitdrukking van een tegenstand; iets ter zijde —, niet gebruiken, buiten beschouwing laten; de waarheid in het licht —, goed laten uitkomen; iemand iets ter hand —, het hem geven; aan iets paal en perk —, het beperken, niet te groot in omvang laten worden; zijn hoop, zijn vertrouwen in iets, op iemand —, vestigen; zijn eer in iets —, het zich tot een eer rekenen; een leger in slagorde —; een misdadiger op (aan) de kaak — ; iemand voor een feit zich te weer —, weerstand bieden; zich op een zeker standpunt —;
2. in een bepaalde toestand of omstandigheid brengen: iemand in staat, in de gelegenheid —, het hem mogelijk maken; (zich) onder iemands bescherming, hoede onder curatele —, b.v. een insolvente boedel; alles in het werk —, alle moeite doen; iets in werking, in bedrijf -; iets aan de orde —, het ter sprake brengen, b.v. in een vergadering; iemand op vrije voeten, in vrijheid -, hem loslaten, hem de vrijheid hergeven; iemand buiten gevecht —; iemand in het gelijk —, hem gelijk geven; zich onder behandeling —, nl. van een dokter; het is er lelijk mee gesteld, het ziet er jammerlijk uit;
3. in een bepaalde positie brengen; doen zijn, maken: (zich) beschikbaar zich kandidaat —, zich als zodanig aanbieden; iemand tot voorbeeld -.
4. geven, leveren, verschaffen: een kandidaat -;
5. schikken, regelen, in orde brengen, klaarspelen: hij kan het goed —, hij is nogal bemiddeld; het met iets of iemand —, het ermee kunnen klaarspelen; ik kan het buiten jou wel —, ik heb je niet nodig; veel te — hebben met iemand of iets, er veel mee te doen hebben; niets te — hebben met, te maken, uit te staan;
6. in schrift brengen: iets te boek —, het opschrijven;
7. met betrekking tot de formulering van gedachten, b.v. van een vraag, die doen: een vraag — ;
8. voorschrijven: iemand de wet —, voorschrijven hoe hij handelen of zich gedragen moet; 9. vaststellen, bepalen: een termijn —; een prijs op iemands hoofd —, een beloning uitloven voor hem die de persoon dood of levend aanbrengt; hoge prijs op iets —, iets op prijs —, er hoge waarde aan toekennen;
10. achten, menen: iets als onwaarschijnlijk —;
11. veronderstellen, aannemen: stel dat dit zo is.

< >