v., (middeleeuwen) in de Italiaanse handelssteden het geheel van eigen wetten en statuten, in tegenst. tot het Romeinse recht.
(e) Het verkeer tussen burgers van verschillende steden leidde telkens tot de vraag welk stedelijk recht moest worden toegepast. De Italiaanse juristen (m.n. Bartolus de Saxoferrato) hebben ter oplossing daarvan een theorie opgesteld, volgens welke de statuten onderscheiden werden in statuta personalia, die personele werking hadden, d.w.z. die de personen volgden overal waar deze heengingen (hieronder bracht men de regels van personenrecht met inbegrip van het familierecht en de regels betreffende roerende goederen), en statuta realia, die territoriale werking hadden; hieronder bracht men de regels betreffende onroerend goed waarvoor dus het recht gold van de plaats, waar het goed gelegen was. Later werd nog een derde groep erkend, de statuta mixta. Men bracht hieronder vooral de regels betreffende de vorm van rechtshandelingen, hiervoor gold het recht van de plaats, waar de handeling verricht was.