Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

stapel (hoop)

betekenis & definitie

m. (-s),

1. min of meer regelmatig opgetaste hoeveelheid van (gelijksoortige) zaken;
2. (muziek) stokje, ingeklemd tussen het bovenen onderblad van strijkinstrumenten, iets achter de rechter kamvoet, dat dient om de trillingen van het bovenblad over te brengen op het onderblad;
3. (in samenst.) het totale aantal van een bepaalde soort van vee dat ergens (in een land of streek) aanwezig is: pluimvee-, runder-, varkensstapel;
4. stellage op een werf, waarop een schip in aanbouw rust: een schip op — zetten, eraan beginnen te bouwen; (fig.) een werk op — zetten, eraan beginnen; van — laten lopen, te water laten; die onderneming liep glad van —, verliep zeer goed, had zonder ongevallen plaats; te hard van lopen, iets te onstuimig aanvatten.

< >