Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

stamboomtheorie

betekenis & definitie

v., middel ontwikkeld door Fick en vooral Schleicher (1861) voor de weergave van historische betrekkingen tussen verwante talen.

ⓔ Schleicher nam aan dat de in zijn tijd bekende Indo-europese talen zich ontwikkeld hadden uit een grondtaal via een aantal tweedelingen. Algemeen wordt thans erkend dat zulk een eenvoudige stamboom de ingewikkelde historische verhoudingen onvoldoende kan weergeven.

LITT. R. Antilla, An introduction to historical and comparative linguistics (1972; hoofdst. 15).

< >