o., aanduiding voor verregaande staatsinmenging in het sociaal-economische leven, vooral door middel van nationalisaties.
(e) De term staatssocialisme wordt zeer verschillend gehanteerd en schept nogal eens verwarring. Het 19e-eeuwse marxisme gebruikte de term als spoten scheldwoord voor de ‘burgerlijke’ staatsbemoeiingen, m.n. voor die in Pruisen en Duitsland. Van anarchistische en syndicalistische zijde werd juist het marxisme als staatssocialisme aangeduid.
Van liberale en christelijk-sociale zijde wordt vaak gesuggereerd dat alle socialisme in wezen staatssocialisme is, d.w.z. gedoemd uit te lopen in bureaucratisering en overmatige centralisering van het economisch leven.