v. (-en), warmte-isolatiemateriaal in de spouw van een muur.
(e) Een spouwmuurvulling dient om de warmteverliezen door een muur te beperken. Door een normale spouwmuur treden relatief grote warmteverliezen op: gedurende een stookseizoen gaat een hoeveelheid warmte verloren overeenkomend met ca. 20 m3 aardgas voor 1 m2 spouwmuur. Door in de spouw een geschikt isolatiemateriaal aan te brengen kan het warmteverlies tot ongeveer een derde van genoemde grootte worden gereduceerd. Als isolerende spouwvulling kunnen alleen maar produkten worden toegelaten die de goede regenwerende eigenschappen van de spouwmuurconstructie niet benadelen. Voor het achteraf vullen van bestaande spouwmuren komen in aanmerking (1979): ureumformaldehydeschuim, glaswolof steenwolvlokken, gesiliconiseerde perlite en polystyreenschuimparels. Deze produkten kunnen zonder veel breekwerk in de spouw worden gebracht en hebben elk hun vooren nadelen.
Gezien de risico’s die bij ondeskundige of onzorgvuldige werkwijze kunnen ontstaan, verdient het ten zeerste aanbeveling dit soort isolatiewerkzaamheden slechts toe te vertrouwen aan firma’s die bij het (Ned.) Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, resp. de (Belg.) Ministeries van Volksgezondheid, Economische Zaken en Openbare Werken, als ‘erkend spouwmuurvuller’ te boek staan. Informatie wordt verstrekt door genoemde ministeries alsmede door het Bureau Kwaliteitscontrole Spouwmuurvulling te Rotterdam, resp. het Bureau voor Stedebouw en Ruimtelijke Ordening in België.
Bij nieuw te bouwen muren is het mogelijk om eerst de muur op te trekken en daarna een spouwvulling aan te brengen. Om economische redenen is het echter aantrekkelijker om tegelijkertijd met het metselen de spouw geheel te vullen met flexibele, waterafstotende platen van glasof steenwol. Uiteraard bestaat bij nieuwbouw ook de mogelijkheid om stijve isolatieplaten van b.v. kunststofschuim toe te passen.
LITT. Stichting Bouwresearch, Vulling van spouwmuren (1977).