Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

spoelwormen

betekenis & definitie

m. (mv.), Ascaridata, wormen uit het fylum rondwormen, die parasitair leven in het darmkanaal van de hogere gewervelde dieren.

(e) Van de spoelwormen is het bekendst Ascaris lumbricoides, de gewone spoelworm. Het wijfje is ca. 27 cm, het mannetje ca. 22 cm lang. De volwassen dieren leven in het darmkanaal van de mens van het daar aanwezige voedsel. Hier worden ook de (inwendig bevruchte) eieren gelegd (tot 200.000 per dag). De eieren verlaten met de feces de gastheer. In de eieren ontwikkelen zich de larven.

Door de consumptie van water of voedsel dat eieren bevat komen deze in de dunne darm van de gastheer, waar de larven vrijkomen. Na enige tijd dringen de larven door de darmwand en komen terecht in de lymfvaten of in de bloedbaan. Via het hart bereiken zij de longen, waar de larven verhuizen naar de longblaasjes en de luchtpijp. Meestal worden de larven opgehoest, komen in de mond terecht, en worden weer doorgeslikt. Zij komen nu voor de tweede keer in het darmkanaal en groeien uit tot volwassen dieren. De duur van de migratie bedraagt ca. 16—17 dagen.

Bij een zware infectie kan bij de mens o.a. longontsteking optreden. Vroeger was de spoelworm in Nederland en België zeer algemeen, vooral op het platteland, maar door de verbeterde hygiëne is hij sterk teruggedrongen. Door behandeling met een wormmiddel kunnen de spoelwormen worden afgedreven.

Elke diersoort heeft een aparte spoelwormsoort. De haringworm is een jeugdstadium van de spoelworm van dolfijnachtigen. De infectie met spoelwormen veroorzaakt vooral bij jonge dieren vermagering, hoesten, een dor haarkleed, en een dikke buik.

< >