v. (-en),
1. het spoelen of gespoeld-worden, b.v. als geneeskundige behandeling;
2. tafelof keukenafval met water tot veevoer verwerkt; (zegsw.) veel varkens maken de — dun, waar veel gegadigden zijn, is ieders portie of kans klein; ook afvalprodukt uit de bierbrouwerijen en spiritusfabrieken dat tot veevoeder dient;
3. (mijnbouw) zie boorspoeling;
4. (landbouw) afvalprodukt dat bij het winnen van alcohol uit zetmeelen suikerhoudende produkten ontstaat (e).
(e) De zgn. natte spoeling bevat 6—7 % droge stof, terwijl deze meer of minder eiwitrijk is. Zowel uit aardappelen als granen wordt ook een dikkere spoeling verkregen (meer dan 20 % droge stof). Verse spoeling werd vroeger veelvuldig, thans nog op beperkte schaal (vooral aan mestvee) vervoerd. Bij een gunstig stalklimaat kan het tevens met goed resultaat aan melkvee worden vervoederd. Tegenwoordig wordt de spoeling ook wel gedroogd, zij is dan beter houdbaar en transportabel. Voedingswaarde: zw 3,9 VRE 1,0 % (bij gist/spiritus bereiding); zw 4,5, VRE 1,3 % (bij alcoholbereiding).