[Eng.], m. (-s),
1. tolbeweging, aswenteling; ook van een bal, m.n. bij tafeltennis: veel — geven;
2. draaiende figuur bij het dansen; (luchtvaart) tolvlucht;
3. (quantummechanica) intrinsiek impulsmoment van een deelte.
(e) QUANTUMMECHANICA. De spin is een grootheid die Uhlenbeck en Goudsmit ad hoe in de nietrelativistische quantummechanica moesten invoeren om de waargenomen spectra te kunnen verklaren. De spin heeft geen tegenhanger in de klassieke theorie. Onder de spin van een deeltje verstaat men het impulsmoment, dat een deeltje heeft in een coördinatenstelsel ten opzichte waarvan dat deeltje in rust is (het ruststelsel). Het is gevaarlijk om een aanschouwelijke voorstelling van de spin te maken: zo stelt men zich een deeltje met spin (b.v. een elektron ) voor als een tolletje, dat om zijn eigen as draait. Nadere analyse leert, dat een dergelijke beschouwingswijze geen halftallige waarden van het impulsmoment kan verklaren.
De spin is derhalve een abstracte grootheid. De spin kan òf alleen halftallige waarden (1/2, 3/2, 5/2, ..., →fermion), 1of alleen heeltallige waarden (0,1, 2 ..., →boson) aannemen. De spin kan aangetoond worden met het SternGerlach-experiment (1922). Een deelte met spin heeft een met deze spin corresponderend magnetisch moment (zowel spin als magnetisch moment zijn vectoren). In het Stern-Gerlach-experiment wordt gebruik gemaakt van een magneetveld dat overal dezelfde richting heeft, maar waarvan de grootte varieert. Beschouwt men een deeltje met spin 1/2.
De spin kan nu twee standen ten opzichte van het magneetveld aannemen: parallel of antiparallel met dit veld. De magnetische momenten die bij deze standen behoren, zijn tegengesteld (althans in het voorbeeld van spin 1/2, en dus zal een bundel van deze deeltjes, die door het magneetveld wordt gestuurd, in twee bundels worden gesplitst. Algemeen: is de spin van een deeltje s, dan is het aantal opgesplitste bundels 2s + 1, omdat de component van de spin langs de richting van het magneetveld 2s + 1 verschillende waarden kan aannemen, →hyperfijnstructuur, →isospin, →quantummechanica, →verstrooiing.