v./m. (-en), nauwsluitende grofkatoenen pantalon met klinknageltjes op de naden. (e) In de jaren vijftig werd de spijkerbroek, in navolging van de Amerikaanse mode voor jongeren, ook in West-Europa populair, zowel voor jongens als voor meisjes. Aanvankelijk droeg men de spijkerbroek (ook blue jeans genoemd) alleen als werken vrije-tijdskleding.
Later ging men er toe over van denim (‘spijkerbroekenstof’) ook rokken, jasjes en jurken e.d. te vervaardigen en ontstond het begrip spijkerkleding. In het begin van de jaren zeventig werd de spijkerkleding vaak versierd met o.a. borduursel (→jeans).