o. (-s), (ook: musculatuur), het systeem van spieren dat in nauwe anatomische en functionele verbinding met het skelet de bewegingen van het lichaam tot stand brengt.
(e) Het spierstelsel omvat een groot aantal afzonderlijke spieren. De skeletspieren zijn opgebouwd uit dwarsgestreepte spiervezels (→spier) en reageren op directe, bewuste wilsimpulsen. Deze eigenschap maakt willekeurig gerichte en gecontroleerde bewegingen mogelijk, van elk lichaamsdeel afzonderlijk en van het gehele lichaam tegelijk. De bewegingen komen tot stand doordat de twee (of meer) skeletdelen, waaraan de spier met haar uiteinden is vastgehecht, verbonden zijn door één of meer gewrichten. Zo loopt de musculus brachialis van het opperarmbeen naar de ellepijp en brengt buigbewegingen in het elleboogsgewricht tot stand; de musculus biceps van de bovenarm verbindt het schouderblad met het spaakbeen en is dus in staat tegelijk bewegingen te veroorzaken in het elleboogen het schoudergewricht, en tevens een →supinatie van onderarm en hand tot stand te brengen.
Een groot aantal spieren, vooral die van de ledematen, kan men verdelen in buigers, strekkers en draaiers. Elke beweging, wil die doelmatig, soepel en harmonisch verlopen, is het resultaat van de gelijktijdige actie van een hele groep spieren, waarbij buigers, strekkers en draaiers elkaar van moment tot moment in actief evenwicht houden. Dit is alleen mogelijk doordat via de zenuwen deze spieren niet alleen willekeurig, maar ook buiten de wil om voortdurend op elkaar afgestemd blijven. Een stoornis in dit zenuwapparaat heeft een stoornis in de doelmatigheid en de harmonie van de bewegingen tot gevolg.
Behalve de skeletspieren zijn er ook dwarsgestreepte spieren die met één einde (de oorsprong) vastgehecht zijn aan het skelet en met het andere einde (de aanhechting) aan de huid of een andere structuur. Bij de mens zijn dit voornamelijk de oogspieren, de tongspieren en de mimische musculatuur, die de gelaatsexpressie tot stand brengt.
Naast het dwarsgestreepte, willekeurige spierstelsel is er het gladde (viscerale, onwillekeurige), dat gekenmerkt is door opbouw uit enkelvoudige spiervezels en de eigenschap in het algemeen geheel buiten de willekeur en het bewustzijn van de persoon te werken. Men vindt dit spierstelsel in de huid (spiertjes van haren), in de wand van bloedvaten, de darmwand enz.
De hartspier wordt in het algemeen niet tot het spierstelsel gerekend.