Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

spermatozo

betekenis & definitie

m. (-zoën), (ook: spermatozoön, spermatozoïde, spermium) mannelijke geslachtscel. (e) Aan een spermatozo zijn te onderscheiden: kop, hals, middenstuk en staart (afb.).

De totale lengte bedraagt ca. 50 μm. De hoeveelheid cytoplasma is minimaal. In de kop is het chromosomale materiaal aanwezig. De punt van de kop is bekleed met het acrosoom, waarin zich het enzym hyaluronidase bevindt, dat de perforatie van de eicel gemakkelijker maakt. In het middenstuk en in de staart van de spermatozo is een doorlopend stelsel van fibrillen aanwezig, waardoor de spermatozo zich kan voortbewegen. Rijpe spermatozoën krijgen hun beweeglijkheid in de ➝bijbal (epididymis), waarvandaan ze door de zaadleider getransporteerd worden naar een opslagplaats in de onderbuik, vlakbij de prostaat en de urinebuis.

Hiervandaan worden ze bij een zaadlozing in de urinebuis geperst. Met de zweepstaart kan de spermatozo zich actief tot in de eileider begeven na in de vagina te zijn gebracht. De maximale levensduur van een spermatozo is waarschijnlijk ca. 3 dagen.

Een spermatozo bevat als geslachtschromosoom òf een Xòf een Y-chromosoom. Versmelting van de zaadcel met de eveneens haploïde eicel, die als geslachtschromosoom uitsluitend een X-chromosoom kan bevatten, levert weer een diploïde zygote, die XX (meisje) of XY (jongen) kan zijn (➝geslachtsbepaling). ➝spermatogenese, ➝sperma,

< >