(speende, heeft gespeend),
1. van de speen of borst afwennen, niet meer zogen: een kind —; jongen definitief van het moederdier scheiden;
2. vooral in het verl. deelw.: van iets gespeend zijn, blijven, ontbloot van, zonder; hij is geheel van humor gespeend, heeft helemaal geen humor;
3. (tuinbouw) zaailingen uitplanten.