v./m. (-ten), (diergeneeskunde) beenwoekering aan de voorkant van het spronggewricht bij het paard.
(e) Spat is dikwijls oorzaak van langdurige, soms ongeneeslijke kreupelheid. De omvang van een spatknobbel is geen indicatie voor de graad van de ziekte. Kleine spatknobbels zijn soms ernstiger dan grote.