m. (mv.), (ook: spanrupsen, landmeters), Geometridae, een insektenfamilie, waarvan de rupsstadia een typische wijze van voortbewegen vertonen, nl. alsof zij de ondergrond aan het afpassen zijn.
(e) De spanners zijn in de Benelux met vele soorten vertegenwoordigd. Het zijn nachtdieren. De slanke, weinig of niet behaarde rupsen hebben slechts twee paar buikpoten. Bij het lopen trekken zij de achterste ringen tot kort achter de borstpoten, waarbij het tussenliggende deel van het lichaam als een lus omhoog gaat staan; daarna strekt het lichaam zich weer, waarbij de voorpoten loslaten en een nieuw steunpunt zoeken. In rust houden zij zich vaak alleen vast met de beide paren buikpoten en steekt het lichaam recht en stijf vooruit; hierdoor zijn zij vaak niet te onderscheiden van de takjes waarop zij rusten. Zeer bekend zijn de bonte bessevlinder of harlekijn, de dennespanner en de wintervlinder; berkespanner, biston, boterbloempje.
