Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-06-2020

signatuur

betekenis & definitie

[→Lat.], v. (-turen),

1. handtekening, ondertekening van een akte; (overdr.) onderhandse schuldbekentenis; m.n. ondertekening van een werk door de kunstenaar, met de volledige naam, initialen, monogram, merk of embleem;
2. volgcijfer en/of -letter aan de voet van een bladzijde (e);
3. (bibliotheekwezen) het nummer waaronder een document in een bibliotheek is geregistreerd (e);
4. (cartografie) teken, gebruikt voor de aanduiding van wegen, molens, kerken enz.;
5. het cijfer boven de basnoten, waarmee in het generaal basschrift de intervallen van de akkoorden aangeduid worden;
6. (fig.) bedoeling, strekking, heersende mening: reeds terstond bleek de — van dit congres; (vandaar ook) aard, karakter.

(e) In handschriften of drukwerken zijn signaturen aanduidingen die onderaan op een of meer rechterpagina’s van een katern (bestaande uit een of meer gevouwen vellen) voorkomen. Meestal bestaan ze uit een combinatie van een letter (of verkorte titel van het boek) en een cijfer, b.v. B2, om de plaats aan te geven van resp. de katern in het boek en de pagina in het katern. Signaturen dienen de binder bij het correct vouwen van de vellen en het vergaren van de katernen.

In bibliotheken wordt de plaats van een document aangegeven door een combinatie van letter(s) en cijfers), b.v. 76 E5 (= kast nr. 76, 5e plank van onder, 5e boek).

< >