Italiaanse stad in Toscane, hoofdstad van de gelijknamige prov. (3821 km2, 260200 inw.),
663000 inw. Handel en industrie (textiel, leder, metaal, chemicaliën, suiker). Het centrum, dat een middeleeuws karakter heeft bewaard, wordt gevormd door het plein II Campo. Om dit plein staan het stadhuis (Palazzo Pubblico, 13e-14e eeuw) met de 102 m hoge Torre della Mangia en de Capella di Piazza, en het Palazzo Piccolomini (15e eeuw). Bezienswaardig is verder de kathedraal (13e eeuw) met bibliotheek (Libreria Piccolominea, gesticht 1495) en museum Opera del Duomo, de Santa Maria della Scala (13e eeuw), de Santo Agostino (13e eeuw), de Santo Spirito (16e eeuw), de Servi di Maria (13e—15e eeuw) en de San Francesco (14e eeuw). Diverse paleizen uit de middeleeuwen: Tolomei (13e eeuw), Salimbeni (14e eeuw), Chigi-Saracini (14e eeuw), Spannochi (15e eeuw), Loggia dei Mercanti (15e eeuw). Er is een universiteit (13e eeuw), conservatorium, kunstacademie. Siena is beroemd om het jaarlijks volksfeest, de Palio (vendelzwaaiers, paardenwedrennen). Zeer veel toerisme.
In de oudheid heette de stad Saena Iulia. Het beleefde als vrijstad zijn grootste bloei in de 14e en 15e eeuw. In 1555 werd Siena door de De’Medici veroverd en het behoorde tot 1860 tot het groothertogdom Toscane.
