Italiaans eiland, door de Straat van Messina gescheiden van Calabrië, 25710 km2, 4,9 mln. inw. Hoofdstad: Palermo.
Sicilië bestaat grotendeels uit bergland, dat een voortzetting vormt van de Apennijnen. Vulkanisme manifesteert zich behalve door het voorkomen van vulkanisch gesteente in de aanwezigheid van de Etna (3263 m). Ten noorden van de Etna bevinden zich de Monti Nebrodi (1850 m). De zuidelijke helft van het eiland wordt gedeeltelijk gevormd door heuvelen laagland. Sicilië heeft een subtropisch klimaat. De neerslag (gemiddeld 617 mm) valt m.n. in de wintermaanden.
De droogte ’s zomers heeft ten gevolge dat de rivieren dan vrijwel zonder water zijn. Landbouw is het hoofdmiddel van bestaan, m.n. de verbouw van graan (o.a. tarwe, rijst), citruscultuur langs de noorden oostkust en wijnbouw. Irrigatie is noodzakelijk. Sicilië heeft vanouds zwavelgroeven, maar de winning daarvan loopt sterk terug. Sinds 1957 worden de grote kalireserves geëxploiteerd. Verscheidene waterkrachtcentrales leveren elektriciteit aan de industrie.
Palermo (scheepsbouw), Catania en Messina zijn de belangrijkste industriecentra. Verder is er visserij.Sicilië bevat de enige aardolievoorkomens in Italië, de produktie is echter vrij gering. Ze geschiedt m.n. uit twee velden: Gelaveld (produktie in 1976 was 507000 m3, reserve 41,75 mln. m3) en Ragusaveld (produktie in 1976 was 33600 m3, reserve 14,7 mln. m3). Er is een belangrijke raffinage-industrie (capaciteit 46,7 mln. t/jaar). De vier raffinaderijen zijn gevestigd in Perolo-Syracuse, Augusta-Syracuse, Gela en Trapani-Melilli. De aardolievelden zijn op Gela en Augusta aangesloten per pijpleiding. Sicilië moet een schakel worden in het internationale aardgastransport voor de doorvoer van Algerijns gas, dat per pijpleiding via Tunesië en door de Middellandse Zee (Straat Sicilië), via Sicilië en de Straat Messina naar het vasteland van Italië moet.
GESCHIEDENIS
De oudste bewoners van Sicilië, waarvan de namen zijn overgeleverd, waren de Sicani en de Siculi, die Sicilië waarschijnlijk al vanaf het begin van het 2e millennium v.C. bewoonden. Op handelsbetrekkinj en met het Egeïsche gebied wijst de aanwezigheid van Mykeens aardewerk. Voorafgegaan door Fenicische factorijen begon in de 8e eeuw v.C. de Griekse kolonisatie. Strijd tegen de Feniciërs, tussen en in de Griekse koloniën leidde tot de opkomst van tirannen. Het opdringen van de onder Carthaagse macht geraakte Feniciërs werd door Geloon van Syracuse en Theroon van Akragas bij Himera (480 v.C.) een halt toegeroepen.
In 415 v.C.—413 v.C. trachtten de Atheners tijdens de Peloponnesische Oorlog tevergeefs Syracuse te vermeesteren en hun macht blijvend op Sicilië te vestigen. Kort daarop trachtten de Carthagers het gehele eiland in hun macht te brengen. Toen de situatie in Syracuse kritiek was, kreeg Dionysios i bijzondere volmachten en wees de aanvallers terug. De Punische Oorlogen brachten Sicilië onder Rome (241 v.C. en 211 v.C.) De Romeinse heerschappij impliceerde ruïnering van de boerenstand, de opkomst van latifundia en sterke uitbreiding van de slavernij, wat van 136 v.C.—132 v.C. en 104 v.C.—99 v.C. in slavenopstanden resulteerde. In de le eeuw n.C. werd het agrarisch kleinbezit deels hersteld. Eind 3e eeuw werd Sicilië administratief verenigd met Italië.
Tijdens de volksverhuizingen was Sicilië in handen van resp. Ostrogoten en Vandalen. De laatsten werden in 535 verdreven door de Byzantijnen die in 827—78 het veld moesten ruimen voor de Arabieren. Tussen 1061—91 werd Sicilië veroverd door de Noormannen. Dezen hadden al eerder vaste voet gekregen in Zuid-Italië en stichtten het koninkrijk Napels, dat van de 12e-13e eeuw zijn bloeiende centrum had op Siclië. (Siciliaanse School). De Siciliaanse Vespers (1282) scheidde Sicilië van Napels, waarmee het in 1442 werd herenigd. Staatkundig bleef de Siciliaanse geschiedenis daarna tot diep in de 19e eeuw een deel van de Napolitaanse historie; de regering van de hertogen van SavoyePiëmont (1713—20) vormde slechts een intermezzo.
In 1848-49 was er een opstandige beweging; na beschieting van Messina en Palermo kon het Napolitaanse leger de opstand dempen. In 1860 verdreef Garibaldi in zijn bekende tocht met een vrijschaar van 1000 man de Bourbons uit Sicilië. Hiermee was de weg geëffend voor aansluiting bij Italië. Binnen het Italiaanse koninkrijk vormde Sicilië een van de achterlijkste gebieden (veel criminaliteit en sociale onrust; Mafia). Sinds de Tweede Wereldoorlog is de sociale stagnatie op Siclië voor een deel doorbroken, ook al doordat het eiland regionale autonomie kreeg.
LITT. L.Bernabo Brea, Sicily before the Greeks (1957); L.v.Matt en P.Griffo, Das antike Sizilien (1959); A.G.Woodhead, Kunst en beschaving der West-Grieken (1964); S.Scrofani, Sicilia (1962); M.
I.Finley en D.Mack Smith, A history of Sicily (3 dln.1968).