Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Siberië

betekenis & definitie

(Russ. Sibirj, slapend land), geografische aanduiding voor het gebied dat zich uitstrekt van de Oeral tot aan de Grote Oceaan en van de Noordelijke IJszee tot aan de bergketens van Centraal-Azië, ca. 12 mln. km2, ca. 34 mln. inw.

Belangrijkste stad: Novosibirsk. Vroeger werd de naam Siberië alleen gebruikt om het gebied van Russisch-Azië ten noorden van Kazachstan, Mongolië en China aan te duiden. Nu is Siberië niet meer verbonden met de administratieve indeling van de USSR.Morfologisch moet het vlakke noordwesten onderscheiden worden van het bergachtige landschap in het oosten en zuiden. De Westsiberische Laagvlakte, tussen Oeral en Jenissei, daalt langzaam af naar het noorden en bestaat achtereenvolgens van zuid naar noord uit een steppelandschap met meren, woudzone, moerassig bosgebied en toendra (ca. 300 km breed). Het oosten is hoger, met vele bergketens. Tussen Jenissei en Lena ligt het Middensiberische Bergland, naar het zuiden begrensd door het Sajanisch Gebergte en het Bajkal Gebergte. Verder oostelijk scheiden Jablonoj Gebergte en Stanovoj Gebergte Siberië van het Amoergebied. Ten oosten van de Lena loopt het gebergte van Verchojansk in zuidoostelijke richting evenals het Tsjerkogo Gebergte.

Het Kolymskoje Gebergte vormt de scheiding met Kamtsjatka. Siberië heeft een continentaal klimaat; door de tamelijk warme zomer is landbouw op vrij hoge breedte mogelijk. Behalve Russische volken leven er in Siberië ook Siberiden. De bevolking is geconcentreerd in de minst onherbergzame gebieden, m.n. in het zuiden (steppen).

Siberië is rijk aan vele grondstoffen. Het heeft 70 % van de Russische gasreserves, 70 % van de houtvoorraden, 75 % van de steenkoolreserves en 80 % van de voorraden aardgas.

Het transport van energiegrondstoffen van Siberië naar het westen zal in 1975-80 zijn verdubbeld. De produktie van het Somatlarolieveld (oblast Tjoemen) beliep in 1976 110 mln. t (21 % van de produktie van de USSR). De belangrijkste oliereserves liggen in de moerassen van het Westsiberische Laagland. De velden zijn aangesloten op de pijpleiding via Droezjba. De gasproduktie van West-Siberië moet in 1980 80 % bijdragen tot de groei van de totale produktie van de USSR, daarna voor meer dan 100 %. Via een aansluiting op de Bratsvopijpleiding wordt het gas naar Oosten Midden-Europa gebracht.

Een 36000 km lange leiding met 300 compressorstations moet in 1980 gereed zijn. Gezien de teruglopende koolproduktie in het Europese deel van de USSR moet Siberië na 1980 250-350 mln. t produceren. De steenkoolvelden van Ekibastoez en Majkoeben (Kazachstan), in de Koezbass, en de bruinkoolvelden van Kansk-Achinsk zijn economisch het meest gunstig gelegen. Ekibastoez zal in 1980 70 mln. t produceren.

Ijzererts is aanwezig bij Angara-Pit, Kolpasjevo, Abakan en Petrovsk, goud bij Kolyma, het Aldan Gebergte, het Vitimplateau, in het Toevagebied, diamant bij Voljoej, Mirny, nikkel en koper bij Norilsk, ten oosten van de monding van de Jenissei, koper is in grote hoeveelheden ontdekt op het schiereiland Tajmyr. De Koezbass heeft naast olie en gas ook enorme steenkoolvoorraden, evenals Karaganda in Kazachstan en Tsjeremchovo in OostSiberië. Andere delfstoffen zijn tin, wolfraam en molybdeen. De Siberische rivieren kunnen twee derde van het totale potentieel aan waterkracht van de USSR leveren. Er zijn verscheidene grote hydroelektrische centrales. Bij Krasnojarsk is de nieuwe Sajan-Sjoesjenkojecentrale, een van de grootste ter wereld. De energieproduktie concentreert zich rond Koeznetski en Kansk-Atsjinsk.

Industrie is o.a. gevestigd in de Koezbass, Krasnojarsk (aluminium), Irkoetsk (voedingsmiddelen, machines), Oelan-Oede en Bratsk, Komsomolsk (staal, cellulose, papier) en Vladivostok (visverwerking, scheepsbouw en reparatie). Landbouw is mogelijk in de minst koude streken. West-Siberië is een zeer belangrijke tarweproducent. In OostSiberië wordt het landbouwareaal uitgebreid. Rond het Bajkalmeer wordt veel landbouw bedreven. Siberië is ontsloten door de Transsiberische spoorlijn (1891-1900), die veel heeft bijgedragen aan de economische ontwikkelingen.

Het barre klimaat echter maakt een groot deel totaal onherbergzaam. De Transsiberische spoorlijn wordt van toenemend belang voor het containervervoer tussen Europa en het Verre Oosten. Andere spoorlijnen zijn die van Tjoemen-Tobolsk en Tavda-Sotnik; die van Chrebtovaja naar Oesjt-IIimsk is in aanleg. De transportmogelijkheid is van wezenlijk belang voor de Siberische economie, maar een nog grotere moeilijkheid vormt het gebrek aan arbeidskrachten. Velen die zich in Siberië vestigden, keren na verloop van tijd terug. Dit zijn bovendien meestal de geschoolde arbeidskrachten, die in Europees-Rusland een aantrekkelijker bestaan opbouwen.

GESCHIEDENIS

Siberië werd reeds in de vroege middeleeuwen bewoond door Fins-Oegrische en Toengoezische volken. In de 11e eeuw dreven de kooplieden uit Novgorod er handel. Aan de Irtysj en de benedenloop van de Tobol bestond sinds de 14e eeuw het Tataarse kanaat Sibirj, met gelijknamige hoofdstad. Nadat Novgorod in de 15e eeuw was opgegaan in het Moskovische Rijk, maakte het patriciërsgeslacht Stroganov zich meester van de handel. De Kozakken bezetten in de twee laatste decennia van de 16e eeuw Westen Midden-Siberië, terwijl het oosten in de eerste helft van de 17e eeuw bezet werd. De zuidwaartse gebiedsuitbreiding werd in 1689 voorlopig gestuit krachtens het Chinees-Russische Verdrag van Nertsjinsk (1689).

Tussen 1850 en 1860 verdrong Rusland China echter ten zuidoosten van de Amoer, waar de havenstad Vladivostok ontstond. De Russische penetratie in Mantsjoerije werd verhinderd door de Russisch-Japanse Oorlog (1904—05).

Nadat in 1708 een gouvernement Siberië was ingesteld, werd in 1822 een administratieve splitsing in Westen Oost-Siberië doorgevoerd. Tot diep in de 19e eeuw was Siberië alleen belangrijk als ballingsoord en voor de jacht op goud en pelzen, maar tegen de 20e eeuw werd de migratie uit Rusland sterk gestimuleerd door de aanleg van de Transsiberische spoorweg. Na de jaren dertig werd Siberië in sterke mate geïndustrialiseerd. De dwangarbeid nam er tot 1953 massale vormen aan; dissidenten kunnen nu nog naar strafkampen in Siberië worden gezonden.

< >