[Eng.], (vero.) Engels muntstuk ter waarde van 0,05 pond sterling (e);
2. munteenheid in andere landen, o.a. Tanzania.
Bij de Engelse Muntwet van 1946 werd de zilveren shilling vervangen door een muntstuk van kopernikkel, dat wettig betaalmiddel was tot twee pond. Bij het overgaan op het decimale stelsel verdween de munt, maar bleef de naam voor het 10 pence-stuk.