o., Frans porselein uit de stad van die naam; ook als bn.
In 1738 werd in Vincennes door de gebroeders Dubois een porseleinfabriek opgericht, die in 1753 van Lodewijk XV het predikaat koninklijk verkreeg. In 1756 werd het bedrijf verplaatst naar Sèvres. In de beginperiode werd zacht porselein gefabriceerd, versierd met bloemen en verguldsel. Toen J.J.Bachelier tot directeur was benoemd (1751), werd het sèvres het meest verkochte porselein, wat tot ca.1815 zou duren. Naast Bachelier, die als eerste biscuit-statuettes ontwierp, werden o.a. J.
L.Duplessis (kandelaars), E.M.Falconet, J.B. Pigalle en J.A.Houdon als modelleur in dienst genomen. Veel statuettes en groepjes met onderwerpen als pastorale scènes, fêtes galantes, kinderspelen en mythologie ontstonden in deze rococoperiode. Het serviesen siergoed werd versierd met taferelen, vogels, bloemen en krullen in rijke kleuren m.n. goud en koningsblauw. Tijdens de empireperiode werd porselein met klassieke vormen en voorstellingen geproduceerd. Daarna volgde een terugval. De fabriek beleefde in het begin van de 20e eeuw een opbloei en is nog altijd in bedrijf.
LITT. P. Verlet e.a., La porcelaine de Sèvres (1954); M.Portet, Sèvres en Ile-de-France (1963); S.Eriksen, Sèvres porcelaine (1968); M.ErnouldGandonet, La céramique en France au XIX siècle (1969); L.Terrasson, Madame de Pompadour et la création de la porcelaine en France (1969); C.C. Dauterman, Sèvres (1970).